Zeilen met Gromit is puur zeilen: Gromit heeft geen motor, dus we doen vrijwel alles op de wind, ook een jachthaven in- of uitzeilen. Alleen als het in een haven heel erg krap tegen-de-wind in is of windstil pakken we de wrikriem om het eerste of laatste stukje te wrikken.

Puur zeilen op getijdewater zoals de Waddenzee stelt wat hogere eisen aan de planning en aan de discipline om op tijd uit te varen. Maar daar krijg je dan ook wat voor terug: bewonderende blikken van omstanders als je onder zeil de perfecte havenmanoeuvres uitvoert en het gevoel van voldoening een tocht op alleen zeil te hebben volbracht. Maar vooral ook genieten van de rust en stilte, genieten van het geluid van de vogels om je heen, het geluid van kabbelende golfjes bij de boeg.

Puur zeezeilen is ook goed mogelijk met Gromit: Gromit is al eens rond Schotland, Ierland en Engeland geweest en het oversteken van de Noordzee is bijna routine voor Gromit. Gromit is dan ook uitgerust met AIS en GMDS-marifoon, naast een permanente radarreflector boven in de mast.

Puur zeilen betekent natuurlijk ook een uitgebreide zeilgarderobe: naast grootzeil (met 3 reefmogelijkheden) en Genua ook een high-aspect fok, werkfok, stormfok en spinnaker. Dankzij de HA voorzeilen is opkruisen, ook in nauw vaarwater, met Gromit heel goed te doen. Zelfs met een dikke 8 Beaufort op kop kan Gromit nog opkruisen, al zal het dan niet langer echt comfortabel zijn.

De ontwerper van de E22 – Wiebe Draijer – was zelf 2 m lang, dus ondanks haar bescheiden lengte heeft Gromit 4 royale kooien.

De vaste ligplaats van Gomit is de Noorderhaven van Harlingen, op 6 minuten loopafstand van station Harlingen Haven. Dankzij de thuishaven vlak bij een station is het goed mogelijk om tochten te plannen die eindigen in een andere haven met een station of ander goed OV – dat maakt de tochtplanning weer een stuk flexibeler.

Gromit is beschikbaar voor korte tochten naar de eilanden en iets langere tochten naar bijvoorbeeld de Engelse Oostkust. Voor tochten naar Engeland is er meestal het weekeinde ervoor een aanbrengtocht naar Den Helder, waardoor – mits het weerbericht gunstig is – je in een lang weekeinde van 4 dagen al op en neer kan naar East Anglia!

Deze tocht geldt als gelegenheid om je te kwalificeren voor een Genosea-zeeschipper nominatie: van tochtvoorbereiding, via klassieke kustnavigatie en gegist bestek tot de verantwoording van wachtleider.

Om Engeland binnen te komen heb je vanaf begin april 2025 een ETA (electronic travel authorisation) nodig, samen met je paspoort.

Schipper: Kees.

Tochtplan

Inschepen woensdag 28 mei in de jachthaven van de Koninklijke Marine Jacht Club. Met de eerste eb – diezelfde nacht nog om 22:00 – willen we de Noordzee op, naar East Anglia en haar mooie East Coast Rivers. Waar we landen zal o.a. van de wind en het tij afhangen. Tot de mogelijkheden behoren Lowestoft, Southwold (river Blyth), Orford (river Ore and Alde), Woodbridge (river Deben) en Pin Mill (river Orwell). En als alles gunstig verloopt willen we naast de eerste plek waar we landen ook nog een tweede haven of rivier bezoeken voordat we zaterdag weer oversteken terug naar Den Helder waar we in de nacht van 1 op 2 juni rond HW (00:49) weer terug willen zijn. Vertrek Engeland zal zaterdag of ’s ochtends rond 7:00 of ’s avonds rond 19:00 zijn om optimaal van de stroming te profiteren.

Plan B: mocht de windverwachting ongunstig zijn dan blijven we op de Waddenzee of varen we langs de Noordzeekust. Ook kan het zijn dat op de terugweg Den Helder onhaalbaar blijkt, in dat geval wijken we uit naar IJmuiden of Scheveningen. Deze opties worden kort voor uitvaren doorgesproken met de bemanning aan de hand van het dan voorliggende weerbericht.